Op dinsdag 28 januari werd het snelschaakkampioenschap gespeeld. In de voorronden speelden drie groepen van zes en één groep van zeven spelers. De nummers 1 en 2 uit elke groep plaatsten zich voor de finale. Groep 1 werd ongeslagen gewonnen door Luuk de Ruijter met Rogier dan Uyl op de tweede plaats. In groep 2 eindigden Herbert Tessemaker, Bartelo Oegema en Hans de Goede samen op de eerste plaats. Er was dus een barrage nodig. Die werd gewonnen door Hans en Bartelo werd tweede. Groep 3 werd ongeslagen gewonnen door Sander Wissink, en Henk Abels werd tweede. In groep 4 waren twee winnaars Herman Schutte en Klaas Fiks.
In de finale bleek Luuk de beste snelschaker. Hij won opnieuw al zijn partijen en werd dus snelschaakkampioen. Sander werd met zes overwinningen nummer twee. Bartelo werd derde.
De acht nummers drie en vier uit de voorronden speelden de finale in een aparte groep. Hier won Rein Schuring ongeslagen en werd Herbert Tessemaker tweede. De rest werd ingedeeld in twee groepen van vier spelers. Hier werden Evert Bastiaannet en Bob Lentelink winnaars met een score van 100%, en was er een tweede plaats voor Hans Busman en voor Jan Flierman.
De eindstanden waren:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Laat een reactie achter